In 67 levensjaren transformeerde Cézanne zich van Realisme tot de wegbereider van het Klassiek Modernisme
Paul Cézanne werd op 19 januari 1839 in Aix-en-Provence geboren en studeerde rechten in zijn geboortestad volgens het testament van zijn vader, terwijl hij 's avonds tekenlessen volgde aan de École Municipale de Dessin in de bijbaan. In 1861 verhuisde Cézanne naar Parijs, waar hij kennis maakte met Pissarro. In datzelfde jaar keerde hij, ontmoedigd, terug naar Aix en ging in het bankbedrijf van zijn vader werken. Tussen 1862 en 1864 reisde hij opnieuw naar Parijs, waar hij Renoir, Monet, Sisley, Bazille en later Manet ontmoette. Tussen 1864 en 1870 verhuisde hij verschillende keren heen en weer tussen Aix en Parijs, en hij ontmoette zijn toekomstige vrouw Marie Hortense Fiquet in Parijs. In 1872 werd Cézanne vader van een zoon, die ook Paul heette, en begon een samenwerking met Pissarro, die hem impressionistisch beïnvloedde. Dit gezamenlijke werk duurde twee jaar en aan het eind van deze periode nam Cézanne deel aan de eerste Impressionistische tentoonstelling, waaraan hij deelnam met drie schilderijen die bespot en belachelijk gemaakt werden. Tussen 1879 en 1886 verbleef hij in Parijs en met andere kunstenaars op verschillende plaatsen in Frankrijk. Uiteindelijk keerde hij terug naar Aix-en-Provence, waar hij het grootste deel van de volgende jaren doorbracht en op 22 oktober 1906 overleed.
Door zijn motieven terug te brengen tot geometrische basisvormen, veranderde Cézanne radicaal de manier waarop de kijker kijkt en is hij dus, samen met van Gogh, Gauguin en Munch, een van de pioniers van de twintigste-eeuwse moderne kunst. Tijdens zijn leven werd hij echter niet erkend door de kunstwereld en de critici, zodat hij financieel afhankelijk bleef van zijn vader, de bankier.
© KUNSTKOPIE.DE