Otto Modersohn werd geboren op 22 februari 1865 in Westfalen en stond bekend als een Duitse expressionistische schilder en mede-oprichter van de kunstenaarskolonie Worpswede. Al in zijn schooltijd kreeg hij een voorliefde voor de kunst, in 1884 begon zijn kunststudie aan de kunstacademie van Düsseldorf,en in 1888 ging hij naar kunstacademie in Karlsruhe. Maar op beide academies werden zijn verwachtingen om een groot voorbeeld te vinden teleurgesteld. Zijn reis met de schilder Fritz Mackensen 1888 naar Noord-Duitsland en later naar Worpswede inspireerde hem wel en hij sloot zich aan bij de kunstenaar kolonie.
Een gezamenlijke tentoonstelling van deze kunstenaars kolonie in de Kunsthalle in Bremen had gematigd succes, hoewel Modersohn zelf later door een tentoonstelling in München grote erkenning kreeg.
In 1901 trouwde hij na de dood van zijn eerste vrouw, met de schilderes Paula Becker, die ook stierf kort na de geboorte van hun dochter Matilda. Zijn latere jaren werden gekenmerkt door zijn huwelijk met zijn derde vrouw, de geboorte van zijn twee zonen en zijn intensieve werkzame leven in Fischerhude, waar zijn schilderachtige en grafische werken werden gemaakt. Op 10 maart 1943 overleed hij na een kort ziekbed in Fischerhude.
