Biografie Adolph Friedrich Erdmann
Hooggeëerd, gedecoreerd kunstenaar
Adolph Friedrich Erdmann von Menzel werd op 8 december 1815 geboren in Breslau, Pruisen (nu Wrocław, Polen).
Het gezin verhuisde naar Berlijn en in 1830 kreeg Adolph Friedrich een lithografische opleiding in de drukkerij van zijn vader. Na de dood van zijn vader nam Adolph Menzel de lithografie-werkplaats van de familie over. Hij maakte ook illustraties en pentekeningen als model voor de houtsneden. Zijn eerste grote opdracht waren elf illustraties voor het gedicht "Künstlers Erdenwallen" van Johann Wolfgang von Goethe in 1833.
Menzel ging ook kort naar de Berlijnse kunstacademie, maar besloot de vaardigheden en kennis op eigen houtje te verwerven.
Hij werd beroemd door zijn realistische historische werken. Hij illustreerde de geschiedenis van Pruisen en vooral scènes uit het leven van Frederik II en later Wilhelm I. Tot de beroemdste schilderijen uit deze periode behoren: "Fluitconcert van Frederik de Grote in Sanssouci" (1852) en "De balzaal " (1878). Hij kreeg zijn benaming als kunstenaar van de Pruisische historieschilderkunst, nadat hij de opdracht had gekregen om het boek "Geschiedenis van Frederik de Grote" van Franz Kugler te illustreren. Later schilderde Menzel industriële voorwerpen, landschappen, straten en andere onderwerpen: "Walserij" (1875).
De invloed van het impressionisme was ook merkbaar in Menzel's werken: "De Balkonzaal " (1845) en "Bosnacht" (1851) zijn goede voorbeelden. Deze wending naar het impressionisme werd beïnvloed door zijn reis naar Parijs.
Met zijn schildertechniek en zijn eigen stijl was Menzel zijn tijd ver vooruit. De vrije schilderkunstige expressie en de open penseelstreken vielen pas later in de smaak bij een breed publiek.
In 1870 werd Menzel onderscheiden met de Orde Pour le Mérite (Vredesklasse). Deze staatsprijs bracht een hoge maatschappelijke erkenning met zich mee. In 1853 werd hij gekozen tot lid van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en in 1856 werd hij benoemd tot hoogleraar aan deze instelling. In 1872 werd hij erelid van de Academie der Kunsten in München. Zijn schilderijen werden wereldwijd tentoongesteld, maar vooral in Europa: in Berlijn, München, Dresden, Hamburg, Parijs, Venetië, Wenen. Naarmate zijn talrijke onderscheidingen toenamen, nam ook zijn roem toe, en in 1898 ridderde de Hoge Orde van de Zwarte Adelaar Menzel. Zijn geboortestad Berlijn maakte Menzel uiteindelijk tot ereburger.
Op 9 februari 1905 overleed Menzel in Berlijn op 89-jarige leeftijd. De kunstenaar kreeg een staatsbegrafenis, op bevel van keizer Wilhelm II. De keizerlijke familie was bij de begrafenis aanwezig.
© KUNSTKOPIE.DE
